Mensen die een matig overgewicht hebben, maar wel voldoende bewegen, hebben een betere gezondheid en een hogere levensverwachting, dan mensen met een normaal gewicht die niet fit zijn.

"Voldoende bewegen", zegt sportarts hoogleraar Frank Backx, "is minimaal dertig minuten per dag en wel élke dag." Mensen die regelmatig en voldoende bewegen hebben onder meer minder risico op een te hoog cholesterolgehalte en een te hoge bloeddruk, risicofactoren voor hart- en vaatziekten.

Regelmatig bewegen is niet op zondagochtend heel hard werken op de sportschool en dan weer een paar dagen niet. Regelmaat is heel belangrijk. Beweging moet worden ingebouwd in de dagelijkse leefstijl. Dat kan alles zijn: rustig fietsen, de hond uitlaten, lopend de boodschappen doen, enzovoort. Het is waar dat het om af te vallen niet van belang is om steeds de trap te nemen in plaats van de lift. Maar in ons hoofd is het wel belangrijk: het moet in ons systeem komen. Bewegen moet een vast onderdeel worden van onze leefstijl!

Zelfs mensen met een matig overgewicht lopen minder gezondheidsrisico als ze voldoende fit zijn. Een matig overgewicht wil zeggen: een BMI tussen de 25 en de 30. Heel veel Nederlanders zitten in dat gebied. Als die mensen gaan bewegen, vallen ze lang niet altijd af. Toch blijkt, als ze fit worden, hun risico op hart- en vaatziekten kleiner dan bij mensen die niet voldoende bewegen.

Let wel: met fitheid wordt iets meer bedoeld dan 'gezond'. Hoe fit iemand is, drukken we uit met behulp van MET's, metabole equivalenten, de verbruikte energie. In rust gebruikt een mens 1 MET. Wandelen kost bijvoorbeeld 4 MET en wie zich helemaal het schompes traint, verbruikt 10-15 MET. 'Gezond' is iemand die regelmatig 4 MET verbruikt, 'fit' wordt iemand die zich geregeld inspant tot daarboven. Bijvoorbeeld stevig doorfietsen, dat verbruikt 6 à 7 MET. Zonder precies die MET's bij te houden, constateren mensen ook zelf dat ze zich fitter voelen, wanneer ze een inspanning langer vol kunnen houden, zonder buiten adem te geraken.